Een varkensbedrijf met 16.000 dieren zonder een afdoende brandveiligheid en secundaire blusvoorziening is een potentieel gevaar voor deze varkens en de omgeving. Op 11 december 2017 stelden wij vragen en recent kregen we antwoord.

Op 13 september 2017 is door een toezichthouder van onze gemeente een controle ‘brandveilig gebruik’ van de varkensstal aan de Kerkstraat 10 te Koningsbosch uitgevoerd. De bevindingen zijn ons inziens zeer zorgelijk te noemen:

  • Brandcompartimentering: deurdrangers aan de deuren in de brandscheidingen moeten worden bijgesteld zodat deze deuren beter sluiten. Ook worden er enkele deuren in de brandscheidingen in geopende stand, m.b.v. haken vastgezet. Aangezien de geopende deuren in de brandscheidingen de weerstand tegen branduitbreiding en rookdoorgang teniet doen, moeten deze haken aan deze deuren verwijderd worden.
  • Secundaire bluswatervoorziening: in de omgevingsvergunning voor het bouwen van de varkensstal (2011/2012) is opgenomen dat er een secundaire bluswatervoorziening met een capaciteit van 30 m3 per uur tot op een afstand van 40 meter tot de toegang van de varkensstal aangebracht moet worden (bijvoorbeeld een blusvijver of geboorde put). Deze capaciteit moet gedurende 4 uren onafgebroken geleverd kunnen worden. Tevens moet deze voorziening voor direct gebruik door de brandweer gereed zijn en worden aangeduid. Deze put of vijver is echter niet aangebracht. Aangezien de afstand van de toegang(en) van de varkensstal en de dichtstbijzijnde brandkraan veel te lang is en bovendien de capaciteit van de brandkraan niet toereikend is, moet deze voorziening alsnog worden aangebracht.

De eigenaar wordt gesommeerd om binnen 3 maanden na verzenddatum (21 september 2017) de bovengenoemde overtredingen te verhelpen.

 

Wij stelden de volgende vragen:

Vraag 1: Hoeveel varkens mogen er op dit moment worden gehouden aan de Kerkstraat 10 te Koningsbosch? Svp de aantal opsplitsen in vleesvarkens, gespeende biggen, fokzeugen en opfokzeugen, indien van toepassing.

Antwoord: zie bijlage Tabel 1.

 

Vraag 2: Hoeveel varkens mogen er op het bedrijf worden gehouden, indien de aangevraagde uitbreiding is gerealiseerd (waartegen overigens beroep is aangetekend)? Svp de aantallen weer opsplitsen.

Antwoord: zie bijlage Tabel 2.

 

Vraag 3: Hoe is het mogelijk dat een bedrijf mag starten met het houden van grote aantallen dieren zonder dat er vooraf gecontroleerd is of een (naar wij aannemen: destijds al wettelijk) verplichte  secundaire bluswatervoorziening aanwezig is?

Antwoord: In het kader van de procedure van vergunningverlening is het niet gebruikelijk dat voorafgaande aan het verlenen van de gevraagde vergunning een bedrijfscontrole plaatsvindt om te beoordelen of de inrichting voldoet aan de aan de vergunning te verbinden voorschriften. Immers de aanvraag kan betrekking hebben op een wijziging c.q. uitbreiding van de bestaande inrichting. Vanaf het moment van het onherroepelijk worden van de vergunning heeft inrichting houder 3 jaar de gelegenheid zijn inrichting in overeenstemming te brengen met de vergunning voor wat betreft het realiseren van een wijziging c.q. uitbreiding. Voor het overige dient de inrichting - voor zover van toepassing - in werking te zijn overeenkomstig de bij de vergunning behorende voorschriften. Of de inrichting al dan niet voldoet aan de gestelde voorschriften zal tijdens een zgn. oprichtingscontrole worden vastgesteld.

 

Vraag 4: Was de bevinding van het ontbreken van een secundaire bluswatervoorziening op 13 september 2017 de eerste keer dat dit werd geconstateerd? Zo ja, hoe is het mogelijk dat een toezichthouder pas na vijfeneenhalf jaar ontdekt dat er geen secundaire bluswatervoorziening aanwezig is? Zo nee, waarom is er dan nu geen boete of sanctie opgelegd als dit al vaker is geconstateerd?

Antwoord: Tijdens een bedrijfsbezoek op 26 april 2012 - waarbij ook een vertegenwoordiger van de Brandweer Limburg-Noord aanwezig was - is onder andere ook aandacht besteed aan primaire (aansluiting op waterleiding) en secundair bluswatervoorzieningen (geboorde put). Tijdens dit bezoek is afgesproken dat in overleg met de brandweer de primaire en secundaire bluswatervoorzieningen binnen afzienbare tijd worden gerealiseerd. Voor het realiseren van deze voorzieningen was het onder meer noodzakelijk dat er nieuwe aansluitingen op het bestaande waterleidingnet worden gemaakt. Uit verkregen informatie van WML blijkt dat in de periode 2012 - 2013, 2 nieuwe brandkranen zijn geplaatst. Er kan gevoeglijk van worden uitgegaan dat deze zijn geplaatst ten behoeve van de primaire bluswatervoorziening.

 

Vraag 5: Stuurt u op 22 december 2017, de laatste werkdag van dit jaar en 3 maanden na de constatering, opnieuw een toezichthouder naar dit bedrijf om te controleren op de geconstateerde tekortkomingen (haken aan deuren verwijderd, aanbrengen secundaire bluswatervoorziening)? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Op 19 januari 2018 heeft er een her controle plaatsgevonden binnen de inrichting. Gebleken is dat alle tekortkomingen zoals verwoord in de brief van 21 september 2017, zijn opgeheven.

 

Vraag 6: Hoe ziet het vervolgtraject er uit als blijkt dat de tekortkomingen op 22 december niet zijn verholpen? Met andere woorden, welke wettelijke instrumenten heeft het college in zo’n geval om een eigenaar op korte termijn te dwingen tot het verhelpen van tekortkomingen op het gebied van brandveiligheid? Welke boetes of sancties staan er op deze overtredingen? Is het college bereid tot het opleggen van boetes of sancties indien de tekortkomingen op 22 december niet zijn verholpen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Op basis van de constateringen tijdens de hercontrole van 19 januari 2018, is een vervolgtraject niet aan de orde.

 

Vraag 7: Welke rol speelt de brandweer in deze kwestie? Voert die zelf ook een periodieke controle uit op dit bedrijf? Is de brandweer op de hoogte van het ontbreken van de secundaire bluswatervoorziening? Wordt de brandweer actief op de hoogte gebracht na de controle van 22 december op het al dan niet verholpen zijn van de tekortkomingen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Voor de Brandweer Limburg-Noord is in deze geen rol weggelegd. Controle of wordt voldaan aan de vergunningvoorschriften wordt door de gemeente uitgevoerd. Wel heeft er in samenspraak op 13 september 2017 met de Brandweer Limburg-Noord een controle plaatsgevonden ten aanzien van de bluswatervoorziening. Hieruit is gebleken dat de aanwezige voorziening voldoet. Wij zullen de Brandweer Limburg-Noord informeren dat de inrichting inmiddels voldoet aan de gestelde vergunningvoorschriften.