Regelmatig vragen we aandacht voor het behoud van karakteristieke en beeldbepalende gebouwen. We vinden het zeer wenselijk dat we uitgebreider beleid formuleren om zo cultuurhistorisch belangrijke gebouwen efficiënter te kunnen behouden. Cultuurhistorie vertelt het verhaal van ons verleden en er wordt vaak grote waarde aan gehecht door onze inwoners. Vanuit de Omgevingswet is cultuur en erfgoed een integraal onderdeel van onze omgeving.
We stellen de volgende vragen aan het college:
BEELDBEPALENDE PANDEN
Vraag 1: We beschikken in Echt-Susteren over een lijst en bijbehorende kaart met beeldbepalende panden/ensembles. Welke wettelijke middelen heeft het college tot haar beschikking om betreffende panden te beschermen tegen verloedering, verval, verkrotting, achterstallig onderhoud, et cetera opdat ze in een goede conditie blijven?
We weten dat het college kan ingrijpen bij een onveilige situatie of bij een gevaar voor de volksgezondheid maar we vragen nadrukkelijk naar de mogelijkheden in een vroeg stadium, waarbij er dus (nog) geen onveilige situatie of een gevaar voor de volksgezondheid is maar wel al aftakeling gaande is, dus juist waar behoud en indien nodig herstel van bedreigde erfgoedwaarden het doel is.
Antwoord: In algemene zin bieden de Woningwet, het Bouwbesluit, de Bouwverordening en de Welstandsnota bestuursrechtelijke mogelijkheden om in te grijpen bij panden die aan het verpauperen zijn of waarbij sprake is van achterstallig onderhoud. Deze mogelijkheden zijn echter beperkt, in die zin dat er in bijna alle gevallen sprake moet zijn van gevaarlijke en/of onveilige situaties.
Tegen verpauperde panden kan vaak alleen worden opgetreden op grond van de excessenregeling van de Welstandsnota. Op basis van artikel 12a, eerste lid, aanhef en onder b van de Woningwet stelt de gemeenteraad een Welstandsnota vast met beleidsregels waarin in ieder geval de criteria zijn opgenomen die het bevoegd gezag toepast bij de beoordeling of het uiterlijk van een bestaand bouwwerk in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand. Op basis van artikel 13a van de Woningwet kan het college degene die als eigenaar van een bouwwerk dan wel uit anderen hoofde bevoegd is tot het treffen van voorzieningen daaraan, verplichten tot het binnen een door hem zelf te bepalen termijn treffen van zodanige door hem daarbij aan te brengen voorzieningen, dat nadien wordt voldaan aan artikel 12, eerste lid. Op basis van artikel 15, eerste lid van de Woningwet kan het college gelijktijdig een besluit als bedoeld in artikel 13a besluiten tot oplegging van een last onder bestuursdwang of dwangsom, gericht op naleving van het genoemde besluit.
De gemeente Echt-Susteren hanteert bij het toepassen van de excessenregeling in de Welstandsnota het criterium dat sprake moet zijn van een buitensporige situatie (exces) in het aanzien van een bouwwerk, waarbij ook voor niet-deskundigen overduidelijk is dat een (deel van een) bouwwerk op zichzelf, maar vooral ook in relatie tot de omgeving, ernstig in strijd is met redelijke eisen van welstand en afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit van een gebied. Er is in ieder geval sprake van een exces bij:
- Het ontkennen of vernietigen van architectonische bijzonderheden;
- Armoedig materiaalgebruik;
- Gebruik van felle of contrasterende kleuren;
- Te opdringerige reclames;
- Een te grove inbreuk op de omgeving;
- Ernstige verwaarlozing van het uiterlijk van een bouwwerk;
- Het visueel of fysiek afsluiten van een bouwwerk voor zijn omgeving.
Los van deze mogelijkheden kent de gemeente Echt-Susteren het bestemmingsplan Cultuurhistorie. Doel van dit plan is de instandhouding en versterking van ter plaatse cultuurhistorische en oudheidkundig waardevolle elementen en gebieden en de instandhouding en bescherming van beeldbepalende panden. Bij nieuwe bouwplannen en gebruikswijzigingen gelden regels waaraan dient te worden voldaan om deze waarden te behouden of te versterken.
BEELDBEPALENDE DORPS- EN STADSGEZICHTEN
Er zijn gemeenten met beeldbepalende dorps- en stadsgezichten.
Vraag 2a: Heeft Echt-Susteren beeldbepalende dorps- en stadsgezichten vastgesteld? Zo nee, waarom niet? Als we die wel hebben ontvangen we graag een overzicht.
Antwoord: De gemeente Echt-Susteren heeft geen beeldbepalende dorps- en stadsgezichten vastgesteld. In de gemeentelijke structuurvisie wordt als uitgangspunt bij cultuurhistorie ‘behoud door ontwikkeling’ gehanteerd. Daartoe is in het bestemmingsplan Cultuurhistorie een stelsel aan regels opgenomen. Bewust is ervoor gekozen om niet te strenge eisen voor te schrijven, waardoor wenselijke ontwikkelingen (en dus ook instandhoudingen) kunnen worden gefrustreerd.
Vraag 2b: Volgens onze informatie is het gebied Vrijthof, Jodenstraat en Plats geen beeldbepalend stadsgezicht. Klopt dit? Indien dit gebied inderdaad geen beeldbepalend stadsgezicht is: is het college bereid de procedure in gang te zetten om dit gebied aan te wijzen als beeldbepalend stadsgezicht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Het gebied Vrijthof, Jodenstraat en Plats is geen beeldbepalend stadsgezicht. Het college ziet hier ook geen noodzaak toe, aangezien het gebied wel is aangewezen als ‘cultuurhistorisch ensemble’ en daardoor bescherming geniet van de aanwezige cultuurhistorische waarden op basis van het bestemmingsplan Cultuurhistorie.
Vraag 2c: Volgens ons zou het nog beter zijn als het gebied Vrijthof, Jodenstraat en Plats de status beschermd stadsgezicht krijgt. Wat vind het college?
Antwoord: Een beschermd stadsgezicht is een gebied in een stad of dorp met een bijzonder cultuurhistorisch karakter. De bescherming is bedoeld om de cultuurhistorische identiteit van een gebied te behouden en in te zetten bij ontwikkelingen. De aanwijzing van een beschermd stadsgezicht vindt sinds 1 januari 2024 plaats op basis van de Omgevingswet. Eerder was dit de Erfgoedwet. Het college ziet op dit moment geen aanleiding om over te gaan tot de aanwijzing van een beschermd stadsgezicht voor het gebied Vrijthof, Jodenstraat en Plats, aangezien het bestemmingsplan Cultuurhistorie momenteel voldoende bescherming biedt voor de instandhouding van de aanwezige cultuurhistorische waarden in het gebied.
BESCHERMDE DORPS- EN STADSGEZICHTEN
Vraag 3: Er zijn gemeenten met beschermde dorps- en stadsgezichten; delen van Stevensweert, Wessem en Thorn zijn voorbeelden in de regio. Volgens een artikel in dagblad De Limburger werkt Echt-Susteren ook al met beschermde dorps- en stadsgezichten. Is dit juist? Zo nee, waarom hebben we nog geen beschermde dorps- en stadsgezichten? Als het wel juist is, ontvangen we graag een overzicht.
Antwoord: De gemeente Echt-Susteren werkt niet met beschermde dorps- en stadsgezichten. Wel kent de gemeente cultuurhistorische ensembles op basis van het bestemmingsplan Cultuurhistorie. Net als de beschermde dorps- en stadsgezichten wordt bij de cultuurhistorische ensembles gebiedsgericht gewerkt. De systematiek is dus vergelijkbaar.
GEMEENTELIJKE MONUMENTEN
In de gemeente Echt-Susteren beschikken we over een aantal rijksmonumenten. De mogelijkheid om gebouwen de status gemeentelijk monument te geven hebben we tot op heden niet benut, als onze informatie juist is.
Vraag 4a. Is het college het met ons eens dat een monumentale status een hoge graad - misschien wel de hoogste graad - van garantie biedt om een karakteristiek, beeldbepalend of cultuurhistorisch belangrijk bouwwerk in een goede conditie te houden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Het college is inderdaad van mening dat in sommige gevallen een monumentale status een stevige mate van bescherming biedt om cultuurhistorische waardevolle bouwwerken in goede conditie te houden. Zo is er bijvoorbeeld de instandhoudingsplicht op basis van de Omgevingswet/Erfgoedwet, op grond waarvan het college een eigenaar van een Rijksmonument kan aanspreken indien die het bouwwerk niet goed onderhoudt. De gemeente Echt-Susteren kent weliswaar de Erfgoedverordening, maar heeft bewust geen gemeentelijke monumenten aangewezen en kent dus ook geen instandhoudingsplicht voor eigenaren op basis van de gemeentelijke Erfgoedverordening.
Vraag 4b. Als het college onvoldoende kan ingrijpen (zie vraag 1) om beeldbepalende panden in goede conditie te houden lijkt het ons noodzakelijk om gebouwen op grond van de Erfgoedverordening een gemeentelijke monumentenstatus te geven. Ja, dit is vanwege de regeldruk een ingrijpende stap voor de eigenaar van het bouwwerk. Maar ons inziens de enige mogelijkheid voor het college om in te kunnen grijpen bij bepaalde situaties. Waarom wijst het college geen gemeentelijke monumenten aan?
Het bestemmingsplan Cultuurhistorie biedt volgens ons onvoldoende bescherming. Een instandhoudings- of onderhoudsplicht zijn niet aan de orde en dus zijn handhaving en sancties niet mogelijk. Zelfs een sloopvergunning kan gewoon worden aangevraagd.
Mocht het college overwegen om bepaalde objecten de status gemeentelijk monument toe te kennen, dan adviseren we u om met onze lokale heemkundeverenigingen en de Monumentencommissie te overleggen.
Antwoord: Een gemeentelijk monument is een bouwwerk dat op basis van bijvoorbeeld een gemeentelijke erfgoedverordening bescherming geniet vanwege bijzondere cultuurhistorische en/of architectonische waarden. Natuurlijk biedt de gemeentelijke monumentenstatus voordelen (vooral ondersteuning voor eigenaren vanuit diverse instanties) maar de nadelen zijn zeker niet te onderschatten. Zo vallen de kosten van onderhoud en reparaties vaak veel hoger uit doordat gebruik moet worden gemaakt van speciale materialen en technieken. Ook is de regeldruk hoger voor eigenaren. Deze feiten en de constatering dat het bestemmingsplan Cultuurhistorie momenteel voldoende bescherming biedt, geven het college geen aanleiding om over te gaan tot de aanwijzing van gemeentelijke monumenten.
CASUS: PLATS 8
Tot slot leggen we het college een casus voor. Het betreft het pand met adres Plats 8.
Vraag 5a. Als we het bovenstaande in ogenschouw nemen: welke wettelijke mogelijkheden heeft het college om dit beeldbepalend pand in een goede conditie te houden? Graag een volledige opsomming.
Antwoord: Het pand Plats 8 ligt binnen de het planologisch kader van het bestemmingsplan Centrum Echt, maakt op basis daarvan deel uit van een cultuurhistorisch ensemble en heeft de bouwaanduiding ‘karakteristiek’. Hiermee wordt dus duidelijk erkend dat het pand cultuurhistorische waarde heeft. Desondanks zijn de wettelijke mogelijkheden beperkt omdat dit pand, zoals het er nu ligt, in de goede conditie te houden. Feitelijk zou er dan sprake moeten zijn van een exces op grond van de Welstandsnota. Betoogd zou kunnen worden dat het bouwwerk in strijd is met redelijke eisen van welstand en daardoor afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Of dit daadwerkelijk een buitensporige situatie is, een exces dus, waagt het college te betwijfelen. Op dit moment ziet het college dan ook onvoldoende aanleiding om de excessenregeling van de Welstandsnota toe te passen.
Vraag 5b. Op dit moment zien we een duidelijke verwaarlozing met een ongewisse toekomst voor het pand als er niet op korte termijn wordt ingegrepen door de eigenaar. Wij willen dat het college alles (formeel én informeel) uit de kast trekt om dit pand in een goede conditie te houden en zo te behouden als bijdrage aan de sfeervolle uitstraling die de Plats thans biedt. Is het college daartoe bereid? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Met de eigenaar van het pand is ambtelijk al diverse malen gesproken. Tot nu toe zonder effect. De eigenaar is op geen enkele wijze te bewegen om op welke wijze dan ook te investeren in het pand. Desondanks zal het college op korte termijn weer in overleg treden met de eigenaar en het gesprek aangaan over de conditie van het pand en het effect ervan op de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. In de wetenschap dat het college voornemens is binnen afzienbare tijd te investeren in de opwaardering van het openbaar gebied ter plaatse (Plats en gebied rondom Vrijthof/Landricuskerk).