De volledige motie vindt u HIER. Als een motie wordt overgenomen door het college betekent dit dat men er volledig achter staat om de motie uit te voeren. Bijgevolg hoeft er dan niet over gestemd te worden.

Het dictum luidde als volgt:

Te onderzoeken welke gevolgen t.a.v. personele bezetting en financiën de volgende verruiming van bijstand en/of minimaregelingen hebben:

  • a. De huidig gehanteerde inkomensgrens voor bijzondere bijstand en/of minimaregelingen van 120% te verhogen naar 130% van de bijstandsnorm;
  • b. Het aanvragen en afronden van een bijstandsuitkering binnen 1 dag:
  • c. Het verstrekken van een eenmalige uitstroompremie à €1.000,- bij zes maanden uit de bijstand blijven door werk;
  • d. Een terugkeergarantie bij uitstroom door werk: binnen zes maanden de baan weer verloren? Dan via een verkorte aanvraag met een beperkte inkomens- en vermogenstoets terugkeren in de bijstand;
  • e. Het bieden van een adequate bijverdienpremie wanneer de bijstandsgerechtigde minder met werk verdient dan de uitkering bood;
  • f. Welke inkomstenvrijlatingen er verder mogelijk zijn.

De reactie van het college via een raadsinformatiebrief:

Uit onderzoek zijn de onderstaande mogelijke gevolgen geconstateerd.

a. De huidig gehanteerde inkomensgrens voor bijzondere bijstand en/of minimaregelingen van 120% te verhogen naar 130% van de bijstandsnorm.

Om de gehanteerde inkomensgrens voor bijzondere bijstand en minimaregelingen uit te breiden van 120% naar 130% van de bijstandsnorm, is er structureel een extra budget van ongeveer € 400.000 nodig. Dit bedrag is inclusief de benodigde groei in personele bezetting.

b. Het aanvragen en afronden van een bijstandsuitkering binnen 1 dag.

Het beoordelen van een aanvraag levensonderhoud is een complexe handeling. Een besluit op deze aanvraag moet berusten op een deugdelijke motivering. Dat betekent dat het besluit logisch moet volgen uit de bewijsstukken en de feitelijke omstandigheden. Het onderzoek naar het recht op bijstand vergt tijd en is tevens afhankelijk van de geleverde informatie van de aanvrager(s). Om eventuele instroom te beperken is een deugdelijk onderzoek noodzakelijk en wordt vanuit Servicecentrum MER op ingezet.

In een situatie van dak- en thuislozen die geen bewijsstukken hebben over hoe zij in de periode voor hun bijstandsaanvraag hebben geleefd, is een sneller besluit mogelijk.

Gelet op bovenstaande overwegingen is het afhandelen van een aanvraag levensonderhoud binnen 1 dag praktisch niet mogelijk.

c. Het verstrekken van een eenmalige uitstroompremie à €1.000,- bij zes maanden uit de bijstand blijven door werk.

Vanaf 1 juli 2023 geldt een uitstroompremie van € 500,- indien een cliënt na 6 maanden niet meer teruggekeerd is in de bijstand. Deze uitstroompremie was voorheen niet opgenomen in het beleid van de gemeente Echt-Susteren en is sinds 1 juli 2023 opgenomen, mede om armoedeval tegen te gaan. De uitstroompremie wordt ambtshalve toegekend en uitbetaald.

Gelet op het aantal verstrekte uitstroompremies (incl. index) vanaf de ingangsdatum van het nieuwe beleid zou dit betekenen dat er grof geschat € 12.000 meer aan re-integratiebudget beschikbaar moet zijn. Dit zal dan ten kosten gaan van beschikbaar re-integratiebudget voor het inzetten van re-integratietrajecten.

Met betrekking tot uitvoeringskosten zullen deze niet gaan stijgen.

d. Een terugkeergarantie bij uitstroom door werk: binnen zes maanden de baan weer verloren? Dan via een verkorte aanvraag met een beperkte inkomens- en vermogenstoets terugkeren in de bijstand.

Er wordt bij Servicecentrum MER praktisch en pragmatisch omgegaan met dit soort situaties. In 6 maanden tijd kunnen er echter wijzigingen hebben plaatsgevonden qua woon-, gezins- inkomens- en/of vermogenssituatie. Er is geen officiële verkorte procedure, maar in de praktijk wordt alleen opgevraagd wat nodig is om het nieuwe recht te beoordelen. In de Participatiewet in Balans wordt een versnelde procedure in de wet opgenomen. In het kader van het landelijk project "simpel switchen" wordt dit aspect binnen de uitvoering wel nog verder uitgewerkt.

e. Het bieden van een adequate bijverdienpremie wanneer de bijstandsgerechtigde minder met werk verdient dan de uitkering bood.

Binnen de uitvoering gaan we ruim om in de toekenning van de wettelijke vrijlatingen. Toekenning vindt ambtshalve plaats, zonder beoordeling of de vrijlating bijdraagt in arbeidsinschakeling.

Het betreft nieuw beleid welke nog opgesteld dient te worden. Geschat wordt dat dit in totaal 72 uur aan inzet kost (beleid en inrichting in Suite door functioneel beheer). Rekening houdend met een uurtarief van € 70,00 € 5040,00.

Met betrekking tot het afhandelen van aanvragen wordt geschat dat een aanvraag 3 uur in beslag zal nemen met een uurtarief van € 70,00. Uitgaande van het aantal personen die nu een inkomstenvrijlating uit arbeid ontvangen en hierbij dan mogelijk in aanmerking komen voor deze premie wordt geschat dat de uitvoerkosten grofweg € 4.800,00 bedragen.

Kijkend naar het beleid in den lande zoals van gemeente Amsterdam kan een maximale bijverdiendpremie € 3.151,00 bedragen. Deze bijverdienpremie wordt achteraf aan de klant uitbetaald. De extra kosten bedragen grofweg € 75.000,00. Ook deze middelen zullen uit re-integratiemiddelen betaald worden. Dit zal dan tevens ten kosten gaan van beschikbaar re-integratiebudget voor het inzetten van re-integratietrajecten.

f. Welke inkomstenvrijlatingen er verder mogelijk zijn.

Inkomstenvrijlatingen zijn nu uitgesloten voor jongeren t/m 27 jaar. In de Participatiewet in Balans wordt één geharmoniseerde basisvrijstelling van arbeidsinkomsten voor alle bijstandsgerechtigden tussen 18 jaar en de AOW-gerechtigde leeftijd voor de duur van één jaar, met mogelijkheid tot verlenging in individuele omstandigheden, in de wet opgenomen.

Vooruitlopend op de Participatiewet in Balans kunnen we deze leeftijdsgrens mogelijk al loslaten en kunnen jongeren ook aanspraak maken op een inkomstenvrijlating. Geadviseerd wordt de Participatiewet in Balans af te wachten en dan alle maatregelen tegelijk te laten vaststellen.

In totaal ontvangen momenteel 6 jongeren een aanvullende bijstandsuitkering naast inkomsten uit arbeid welke mogelijk voor deze vrijlating in aanmerking zouden komen. Totale kosten komen dan uit op grofweg € 10.000,00 aan BUIG middelen.