Op 13 september 2017 is door een toezichthouder van onze gemeente een controle ‘brandveilig gebruik’ van de varkensstal aan de Kerkstraat 10 te Koningsbosch uitgevoerd. De bevindingen zijn ons inziens zeer zorgelijk te noemen. Wij manen het college aan om op 22 december 2017 wederom een controle uit te laten voeren en stellen een aantal vragen.

De bevindingen:

  • Brandcompartimentering: deurdrangers aan de deuren in de brandscheidingen moeten worden bijgesteld zodat deze deuren beter sluiten. Ook worden er enkele deuren in de brandscheidingen in geopende stand, m.b.v. haken vastgezet. Aangezien de geopende deuren in de brandscheidingen de weerstand tegen branduitbreiding en rookdoorgang teniet doen, moeten deze haken aan deze deuren verwijderd worden.
  • Secundaire bluswatervoorziening: in de omgevingsvergunning voor het bouwen van de varkensstal (2011/2012) is opgenomen dat er een secundaire bluswatervoorziening met een capaciteit van 30 m3 per uur tot op een afstand van 40 meter tot de toegang van de varkensstal aangebracht moet worden (bijvoorbeeld een blusvijver of geboorde put). Deze capaciteit moet gedurende 4 uren onafgebroken geleverd kunnen worden. Tevens moet deze voorziening voor direct gebruik door de brandweer gereed zijn en worden aangeduid. Deze put of vijver is echter niet aangebracht. Aangezien de afstand van de toegang(en) van de varkensstal en de dichtstbijzijnde brandkraan veel te lang is en bovendien de capaciteit van de brandkraan niet toereikend is, moet deze voorziening alsnog worden aangebracht.

De eigenaar wordt gesommeerd om binnen 3 maanden na verzenddatum (21 september 2017) de bovengenoemde overtredingen te verhelpen.

Wij stellen de volgende vragen:

  1. Hoeveel varkens mogen er op dit moment worden gehouden aan de Kerkstraat 10 te Koningsbosch? Svp de aantal opsplitsen in vleesvarkens, gespeende biggen, fokzeugen en opfokzeugen, indien van toepassing.
  2. Hoeveel varkens mogen er op het bedrijf worden gehouden, indien de aangevraagde uitbreiding is gerealiseerd (waartegen overigens beroep is aangetekend)? Svp de aantallen weer opsplitsen.
  3. Hoe is het mogelijk dat een bedrijf mag starten met het houden van grote aantallen dieren zonder dat er vooraf gecontroleerd is of een (naar wij aannemen: destijds al wettelijk) verplichte  secundaire bluswatervoorziening aanwezig is?
  4. Was de bevinding van het ontbreken van een secundaire bluswatervoorziening op 13 september 2017 de eerste keer dat dit werd geconstateerd? Zo ja, hoe is het mogelijk dat een toezichthouder pas na vijfeneenhalf jaar ontdekt dat er geen secundaire bluswatervoorziening aanwezig is? Zo nee, waarom is er dan nu geen boete of sanctie opgelegd als dit al vaker is geconstateerd?
  5. Stuurt u op 22 december 2017, de laatste werkdag van dit jaar en 3 maanden na de constatering, opnieuw een toezichthouder naar dit bedrijf om te controleren op de geconstateerde tekortkomingen (haken aan deuren verwijderd, aanbrengen secundaire bluswatervoorziening)? Zo nee, waarom niet?
  6. Hoe ziet het vervolgtraject er uit als blijkt dat de tekortkomingen op 22 december niet zijn verholpen? Met andere woorden, welke wettelijke instrumenten heeft het college in zo’n geval om een eigenaar op korte termijn te dwingen tot het verhelpen van tekortkomingen op het gebied van brandveiligheid? Welke boetes of sancties staan er op deze overtredingen? Is het college bereid tot het opleggen van boetes of sancties indien de tekortkomingen op 22 december niet zijn verholpen? Zo nee, waarom niet?
  7. Welke rol speelt de brandweer in deze kwestie? Voert die zelf ook een periodieke controle uit op dit bedrijf? Is de brandweer op de hoogte van het ontbreken van de secundaire bluswatervoorziening? Wordt de brandweer actief op de hoogte gebracht na de controle van 22 december op het al dan niet verholpen zijn van de tekortkomingen? Zo nee, waarom niet?