GroenLinks vindt dat je grote problemen niet kunt aanpakken als je geen oog hebt voor - op het eerste oog - kleine problemen. Een ballonoplating is zo'n 'kleine' activiteit die echter grote gevolgen heeft. Een gemeente die investeert in voorlichtingscampagnes en educatie omtrent (zwerf)afval, trots is op het Cittaslow-keurmerk én deelneemt aan Schone Maas kan het volgens GroenLinks niet langer uitleggen dat ze tijdens kermissen en andere festiviteiten ballonnen oplaat. Tijd voor schriftelijke vragen. 

Vaak worden bij evenementen, openingen of andere activiteiten massaal (helium)ballonnen opgelaten met de bedoeling de feestvreugde te vergroten. Maar hoe feestelijk ook bedoeld, de opgelaten ballonnen komen doorgaans in de natuur terecht en leveren zo zwerfafval op. Dat niet alleen, ook voor dieren zijn de ballonnen een gevaar.

Ballonnen, ook de zogenaamd ‘biologisch afbreekbare’, breken in water heel slecht af. Ballonresten worden soms (samen met ander zwerfvuil) teruggevonden in de magen van vogels of andere dieren. Ook raken beesten verstrikt in touwen of linten die aan de ballonnen zijn vastgemaakt, en vaak met de hongerdood als gevolg. Het oplaten van ballonnen, kortom, veroorzaakt veel onnodig (dieren)leed en is slecht voor het milieu. Er zijn allerlei alternatieven voor het oplaten van ballonnen die geen negatieve uitwerking hebben op het milieu.

De rijksoverheid roept gemeenten op ballonoplatingen actief te ontmoedigen, mede naar aanleiding van de motie die de Tweede Kamer in december 2014 heeft aangenomen.

DEN HAAG 9 december 2014 – De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen van de Partij voor de Dieren die gemeenten oproept actief het oplaten van ballonnen te ontmoedigen.

De partij vindt het afval dat de ballonnen na hun vlucht uiteindelijk achterlaten ongewenst, omdat het “bijdraagt aan de plastic soep”, zoals in de motie staat.

Voor waren: CU, 50+, Klein, D66, GL, PvdA, PvdD, SP.

Het aannemen van deze motie is van belang, omdat hiermee wordt erkend dat het oplaten van ballonnen een probleem vormt en een bijdrage levert aan de plastic soep. Hoe de regering invulling gaat geven aan “actieve ontmoediging” moet nog blijken.

Gemeenten kunnen bijvoorbeeld via het verlenen van vergunningen bij evenementen bepalen dat bij feestelijkheden of demonstraties geen ballonnen mogen worden opgelaten.

In december 2015 verscheen een rapport, opgesteld in opdracht van de overheid, over ballonoplatingen in Nederland en de gevolgen ervan voor het milieu. Zie http://www.dieballongaatnietop.nl/rapport-ballonnen-in-het-maritieme-milieu/

Zowel tijdens de kermis van Echt als die van Susteren worden ballonnen opgelaten. Beide evenementen worden door de gemeente georganiseerd.  GroenLinks vindt dit niet alleen in strijd met het beleid van de rijksoverheid maar ook met het streven naar een duurzame gemeente waar het goed toeven is, zoals ook het keurmerk Cittaslow benadrukt.

Het kan ons inziens niet zo zijn dat de gemeente enerzijds investeert in campagnes en educatie op het gebied van (zwerf)afval en deelneemt aan Schone Maas, terwijl dezelfde gemeente tegelijkertijd evenementen organiseert waarbij “zwerfafval” wordt losgelaten. Elke opgelaten ballon komt immers weer ergens terecht….

 

De fractie GroenLinks heeft naar aanleiding van deze problematiek de volgende vragen:

Vraag 1

Heeft het college kennis genomen van het ontmoedigingsbeleid dat de rijksoverheid inzake ballonoplatingen voorstaat, en het rapport dat het rijk hierover liet opstellen?

Antwoord: Wij hebben kennisgenomen van de motie die in de Tweede Kamer over dit onderwerp is aangenomen. De regering heeft echter nog niet kenbaar gemaakt in hoeverre zij uitvoering geeft aan dit voornemen. Er is dus nog geen sprake van rijksbeleid op dit punt.



Vraag 2

Hoe geeft u invulling aan actieve ontmoediging van ballonoplatingen?

Antwoord: Het oplaten van ballonnen wordt door een groot deel van de bevolking gezien als een belangrijk onderdeel van het uiten van feestvreugde. Wij zijn van mening dat de impact hiervan, in verhouding tot andere vormen van verrommeling en vervuiling, beperkt is. Ook het aantal evenementen waarbij ballonnen worden opgelaten in onze gemeente is zeer gering. Wij zijn dan ook van mening dat het opstellen van nadere gemeentelijke regels op dit moment niet noodzakelijk is.



Vraag 3

Bent u bekend met het gegeven dat het oplaten van (helium)ballonnen schadelijke gevolgen heeft voor het milieu (zwerfafval, plastic soep) en voor dieren in het bijzonder?

Antwoord: Ja, dat is ons bekend.



Vraag 4

Deelt u onze mening dat in plaats van het oplaten van ballonnen voor alternatieven moet worden gekozen om de feestvreugde bij festiviteiten en evenementen tot uitdrukking te laten brengen?

Antwoord: Zie antwoord 2.



Vraag 5

Bent u bereid voortaan bij door, of namens de gemeente georganiseerde festiviteiten, evenementen, openingen geen ballonnen meer op te laten maar te kiezen voor alternatieve mogelijkheden? En dit te regelen via de evenementenvergunning, zoals vele andere gemeenten inmiddels doen?

Antwoord: Zie antwoord 2.



Vraag 6

Bent u, in navolging van andere gemeenten, bereid om als voltallige college geen acte de présence meer te geven bij festiviteiten, evenementen, openingen en dergelijke in onze gemeente waar ballonen worden opgelaten?

Antwoord: Of (leden van) het college aanwezig zijn bij evenementen is afhankelijk van de aard van het evenement. Of daarbij sprake is van ballonoplatingen is niet bepalend bij deze keuze.



Vraag 7: Bent u bereid via het vergunningenbeleid voor evenementen de vervuiling door ballonnen terug te dringen door het oplaten ervan door derden niet meer toe te staan?

Antwoord: Zie antwoord 2.